Remi van Trijp

Tijd om de syntactische boom om te hakken: Lange-afstands-afhankelijkheden zonder transformaties of filler-gaps [pdf]

Lange-afstandsafhankelijkheden behoren tot de meest spraakmakende uitdagingen van de taalkunde. In zulke patronen lijkt het alsof er één of meerdere elementen hun oorspronkelijke positie in een zin verlaten hebben om naar een nieuwe stek te trekken. Een typisch voorbeeld is de relatiefzin “de man die ik gisteren gesproken heb”, waarin het lijdend voorwerp (“de man”) zich niet in een argumentspositie in de bijzin bevindt, maar in plaats daarvan helemaal vooraan staat.

Maar wat maakt lange-afstandsafhankelijkheden juist zo moeilijk? Veel taalkundigen nemen boomstructuren (of technisch gezegd: een constituentengrammatica) als vertrekpunt om zinnen te analyseren. Een boomstructuur is een hiërarchische datastructuur die bestaat uit een aantal “knopen” die zelf slechts één “ouder” mogen hebben, met als direct gevolg dat knopen enkel lokaal informatie kunnen delen: met hun ouder, en met hun kinderen. Boomstructuren zijn daardoor hopeloos inadequaat om niet-lokale informatie weer te geven. Wie toch vasthoudt aan deze aanpak, moet dus zijn of haar toevlucht zoeken tot andere mechanismen, zoals transformaties of “filler-gap”-constructies, die echter geen van beiden een verklaring geven voor het bestaan van lange-afstandsafhankelijkheden.

Binnen de cognitief-functionele traditie bestaat er daarentegen een veel eenvoudiger alternatief dat de laatste jaren een steeds duidelijkere vorm heeft aangenomen. In deze benadering zijn lange-afstandsafhankelijkheden gewoonweg een neveneffect van de manier waarop grammaticale constructies omgaan met onze communicatieve behoeften. Zo kan de “afwijkende” woordvolgorde van het voorbeeld “de man die ik gisteren gesproken heb” verklaard worden als een verschil in informatiestructuur: “de man” is het meest topicale element, gevolgd door een relatiefzin die bijkomende informatie verschaft over dat element. Deze intuïtief aantrekkelijke oplossing werd decennia lang van tafel geveegd wegens “te willekeurig” en “onmogelijk te formaliseren”.

In mijn presentatie zal ik daarom het tegendeel demonstreren, en laten zien hoe de cognitief-functionele benadering geïmplementeerd kan worden in een computationeel model dat zowel zinnen kan analyseren als produceren. Deze implementatie, uitgevoerd in Fluid Construction Grammar (www.fcg-net.org), hakt de syntactische boom omver en slaagt er zo in om alle mechanismen uit te schakelen die in het leven zijn geroepen om lange-afstandsafhankelijkheden aan te kunnen. Ik zal aantonen dat de taalkundige notie van een “constructie” geoperationaliseerd kan worden als een veel krachtigere datastructuur die zich niet beperkt tot lokale informatie, maar waarin alle mogelijke informatie van een zin (o.a. de informatiestructuur, functionele structuur en illocutie) tegelijk beschikbaar is. De cognitief-functionele benadering biedt dus een geloofwaardiger, eenvoudiger én vollediger antwoord op lange-afstandsafhankelijkheden dan analyses die beroep moeten doen op transformaties en filler-gaps.

Meer achtergrond:

van Trijp, Remi (2014). Long-distance dependencies without filler-gaps: a cognitive-functional alternative in Fluid Construction Grammar. Language and Cognition 6(2):242–270. DOI: http://dx.doi.org/10.1017/langcog.2014.8

Demonstratie beschikbaar op www.fcg-net.org/demos/